De afstand tussen politiek en burger groeit.

Je hoort het steeds vaker; Het vertrouwen in de politiek is tot een dieptepunt gedaald. En ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Het hoogste politiek orgaan in Nederland geeft dan ook niet bepaald een goed voorbeeld. Gewoon domweg een slecht voorbeeld, om zo te zeggen. En slechte voorbeelden worden nu eenmaal gauw opgevolgd. Opgevolgd door provincie en opgevolgd door gemeente. Hoe het landelijk is gesteld zal iedereen wel duidelijk zijn. Maar hoe zit dat dan in de gemeente?

Daarvoor moeten we even snel terugkijken in de geschiedenis.

Al in de allereerste vormen van beschaving waren vaak de sterkste, de succesvolste, jagers de leiders van een groep. Er ontstonden nederzettingen en logisch dat ook daar de sterkste de leiding kreeg. Een soort opperhoofd. Nederzettingen groeiden uit tot dorpen en steden. De ontwikkeling ging verder. Er gingen mensen naar school. Ze leerden lezen en schrijven. Er kwamen stadsbesturen en de dorpen volgden dit voorbeeld. Iedereen kent de verhalen van de burgemeester, de schepenen en schouten. Een bestuur opgebouwd uit geleerden. De notabelen. Het duurde niet lang of de ondernemers kregen ook stem in het bestuur. Niet alle ondernemers maar de rijke ondernemers en boeren. Het “gewone” volk had geen kans. De tweedeling ontstond. Een soort aangeboren aversie tegen het bestuur wat natuurlijk in de eerste plaats goed voor zichzelf zorgde. De arbeiders bleven mokken, generaties lang.

Thorbecke richtte het bestuur anders in. Hij was eigenlijk de grondlegger van het huidig bestel. Het heette democratisering. Er kwam gaandeweg wat meer inspraak.

Toch moest Nederland nog bijna 100 jaar wachten om een democratie te zien zoals die bekend was in de jaren 60 en 70. Ook de arbeidersstand mocht zich met het bestuur bemoeien. In de jaren 60 ontstonden nieuwe gemeentelijke partijen en het geloof in een beter land, een betere gemeente groeide. Er was vertrouwen.

Helaas we zijn bijna weer terug bij af. Het vertrouwen wat aan de besturen is gegeven is ernstig beschadigd. De bestuurders, zowel landelijk als gemeentelijk, hebben er ronduit een potje van gemaakt. En de aversie is terug.

Coalitie vorming is een vorm om op één of manier toch macht te krijgen. Het gevolg is dat democratisch gekozen mensen / partijen aan de kantlijn mogen of moeten toekijken zonder dat ze gehoord worden. Zonder dat er iets met hun stem wordt gedaan. Geen wonder dus dat veel mensen de politiek de rug toekeren en niet meer de moeite nemen om van hun stemrecht gebruik te maken. De aandacht verslapt. Waarom?

In de politiek is het heel gewoon om met de meest dure woorden, soms zelfs woorden zonder enig betekenis, iedereen om de oren te slaan en daarmee een poging doende om gelijk te halen. Het klinkt immers interessant. Populistisch gedrag. Ja, daar is er al één. Populistisch! Amendement! Sociaal domein! Energietransitie! Fossiele brandstoffen! Enz. enz. Om nog maar niet te spreken van de wirwar aan afkortingen. Het is allemaal vakjargon. (vaktaal) Maar is het niet zo dat de gekozen leiders wat verantwoording schuldig zijn aan de kiezers? Dacht het toch wel!

Als de kiezer zich A) al niet gehoord voelt, B) de formele antwoorden in het woordenboek moet opzoeken en daarna C) in smeltkroes van ambtenarij terecht komt zal ie al gauw de pijp aan Maarten geven en zeggen; laat maar zitten het gaat mijn petje te boven. Het is dan niet alleen aversie meer maar het geheel wordt nog es ondersteund door wantrouwen. Het is niet meer te begrijpen.

De opbouw van de politiek is niet zo moeilijk. De vele regels, het spijkers op laag water zoeken, steun zoeken bij andere partijen, slechte of verkeerde invulling geven aan landelijk beleid, DÁT is het grote probleem waardoor de interesse in de politiek teloor gaat. Het is niet alleen moeilijk, het is ongrijpbaar geworden voor de normale burger.

Hoe gek is het dat in een relatief kleine gemeente een “complot” wordt gesmeed om maar een meerderheid te creëren? Oppositie partijen stemmen met de tegenpartij mee. Ze houden elkaar staande. Een elitaire groep heeft de “arbeiders” weer in de tang. Dus, met goedkeuring van delen van de eigenlijke oppositie. Mooier kunnen we het maken?? Nee, gekker kunnen we het niet maken is hier passend.

Het gaat niet meer om politiek. Het gaat nog minder om leiding geven. De zittende orde heeft maar één oogmerk. Precies, de hang naar pluche. De hang naar aanzien.

De VCP wil dat veranderen! De VCP wil naar de burgers, de kiezers, luisteren. Het vertrouwen terugwinnen. Landelijke wetgeving op een menselijke manier interpreteren. Zorgen voor goed en betaalbaar wonen. Armoede bestrijden. Goede zorg voor iedereen. Groenonderhoud. Goede wegen, fiets- en voetpaden. Realistisch. Zonder flauwekul!

Er is veel te doen. Help ook mee! Kies in maart voor lijst 4. We gaan het anders doen. Dat kan, het is broodnodig.

Op onze website: www.vcpoldambt.nl vind je onze verkiezingsprogramma. Neem de moeite om het te lezen.

Heb je nog vragen? Mail ons of kom langs in ons partijkantoor aan de Torenstraat 26 in Winschoten.

VCP