Van juweel naar roestige schroef
Traditiegetrouw vindt er ieder jaar aan de boorden van het Oldambtmeer het populaire muziekevenement Pura Vida plaats. Toeschouwers kunnen gratis genieten van een bekende zanger of zangeres onder begeleiding van het Noord Nederlands Orkest die een ode brengt aan een bekende artiest. Zo passeerden; The Beatles, David Bowie, ABBA, The Rolling Stones en Ede Staal als eens de revue tijdens dit openluchtconcert aan de boorden van het Oldambtmeer.
Maar voordat er een begin wordt gemaakt aan deze ode wordt er, eveneens traditiegetrouw, uit volle borst het Gronings volkslied luidkeels gezongen door de vele toeschouwers. Het Gronings volkslied. Welke op de kop af 100 jaar geleden werd geschreven door de Stadkanaalster onderwijzer Geert Theis. Een pseudoniem voor Gerhard Willem Spitzen die een opvallende terugkerende passage in het lied schreef. Een passage die als volgt luidt; ‘Ain Pronkjewail in golden raand is Grönnen, Stad en Ommelaand.’
Opvallend aan deze passage zijn de drie Groningse woorden ‘pronkjewail’ wat staat voor juweel, ‘golden’ wat staat voor ‘goud’ en ‘raand’ wat staat voor rand. Vrij vertaald; ‘juweel in een gouden rand.’ En dat belooft iets. Dat belooft misschien wel ‘gouden bergen’ of toch niet? Bij goud denk je als snel aan sieraden en juwelen welke om je hals schitteren in de zon. Een juweel om trots op te zijn.
Een juweel waarmee je kan ‘pronken’ om bijvoorbeeld een bepaalde prestatie te vieren. Het is dan ook niet voor niks dat op de Olympische Spelen de winnaar een gouden medaille krijgt uitgereikt, omdat hij of zij de beste is in zijn of haar sportdiscipline. Goud is een waardevol edelmetaal waar je trots op mag zijn, maar in hoeverre klopt dit met de werkelijkheid? Waar het Gronings volkslied op de kop af 100 jaar bestaat, bestaat de gemeente Oldambt 10 jaar. Maar of in deze jongste watergemeente van Nederland ook sprake is van een ‘juweel in een gouden rand’ betwijfel ik toch ten zeerste.
Wat mij namelijk opviel is dat de gemeente stelt min of meer machteloos te staan tegen de ernstige verpauperingen die de laatste jaren in rap tempo aan het toenemen zijn in met name Winschoten. Een zusterflat, Chinees restaurant, beddenzaak en nu ook het voormalig Ommelander Gastziekenhuis, in de volksmond Sint Lucas genoemd, staan er niet alleen troosteloos en verlaten bij. Maar ook vies en gevaarlijk. Blijkbaar is er in Winschoten eerder sprake van ‘een roestige schroef in een grauwe rand,’ dan van een ‘juweel in een gouden rand,’ zoals in het Gronings volkslied staat geschreven.
Verpauperingen van leegstaande panden lijden niet alleen tot een onrepresentatief stadsgezicht, maar trekt ook vandalisme en andere vormen van criminaliteit aan zoals brandstichting, vernieling en het fabriceren dan wel gebruiken van drugs. Niet bepaalt een fijne gedachte als je als gemeente je 10- jarig bestaan viert in de wetenschap dat de omwonenden van het Sint Lucas zich hierover ernstige zorgen maken.
Staat het Sint Lucas straks nog overeind tijdens de komende jaarwisseling? Of doet toch ‘de rode haan’ zijn intrede en krijgen ze in Winschoten dezelfde ellende als met de oude Klinker? Waarvan iedereen weet hoe dat is afgelopen! Het moge duidelijk zijn dat er van een ‘juweel in een gouden rand’ in het Oldambt slechts alleen sprake is als het uit volle borst wordt gezongen tijdens evenementen zoals een Pura Vida, maar in de dagelijkse praktijk is hier helaas niks van te merken.
De ambtenaren en overige bewindslieden maken kennelijk geen gebruik van bestuursrechtelijke dwangmiddelen zoals een last onder dwangsom of bestuursdwang, terwijl deze juridische middelen wel degelijk beschik- en toepasbaar zijn. Dwangmiddelen die er juist voor zijn bedoeld om bovenstaande vormen van criminaliteit te voorkomen in een gemeente.
Hoe kan het toch dat een drugspand op last van de burgermeester met onmiddellijke ingang voor een bepaalde of onbepaalde tijd wordt gesloten, maar een leegstaand verpauperend pand genaamd Sint Lucas mag wegrotten met alle ernstige gevolgen van dien? Vernielingen zijn al gaande! De gemeente Oldambt heeft weinig mogelijkheden om wat te doen aan de leegstaande panden zoals het Sint Lucas, viel er onlangs te lezen in de regionale media. Maar dat is verre van juist. Men kan het wel, maar men wil het niet.
In Winschoten is geen sprake van een ‘juweel in een gouden rand.’ Dat juweel was er wel, maar is geïnvesteerd in kansloze projecten. Projecten wat nu ten koste gaat van de leefbaarheid van Winschoten, omdat de kosten van deze projecten vele malen hoger waren dan de opbrengsten. Waarvan de nieuwe Klinker een sprekend voorbeeld is.
De verpauperingen nemen fors toe en de gemeente kan ‘zogenaamd’ niks doen. Moet alles dan maar naar de verdoemenis worden geholpen? Van ‘Ain Pronkjewail in golden raand is Grönnen, Stad en Ommelaand. Noar ‘Ain roestige schroeve in een grauwe raand is Winschoten, Oldambt en Plattelaand.’ Dat is helaas de bittere waarheid!
Ralph Weber