SOCIAAL GEHANDICAPT door: Erik De Groot

SOCIAAL GEHANDICAPT
 

Ze zeggen dat het openbaar vervoer voor de armen is. Nou, ik heb nieuws voor je: de echte armen lopen.

Na een paar zware ruzies met conducteurs in het openbaar vervoer en ook wat boetes achter de kiezen, voorzag ik dat de situatie binnenkort, zeer binnenkort, uit de hand zou lopen. Mijn zonder kaartje reizen, men noemt dat zwart reizen, zou uitmonden in een verblijf op het politiebureau. Als je dat ziet aankomen, zoals ik, dan blijft er nog maar één optie voor een verstandig, arm mens over: lopen.

En zo loop ik dus. Ik woon aan de rand van de stad en van daar naar het centrum is het precies een half uur wandelen. Dat weet ik omdat het geklokt heb. Het is 7 minuten met de tram. En even ten overvloede, het is 13 minuten met de trein van Rotterdam naar Dordrecht, de stad waar ik opgegroeid ben. Het is een soort trots als ik wandel. Lijden, loutert, zeg ik altijd. En in armoede is trots. Dus loop ik met mijn rug recht de route richting binnenstad. Nou ja, trots, als er dan een tram passeert, en dat gebeurt op zo’n wandeltocht zeker 7 keer, dan buig ik mijn hoofd. Voel ik mij vernederd. Voor mijn gevoel hoor ik al die passagiers en conducteurs zich kapotlachen als zij mij voorbijrijden. Kijk, die stumper nou eens. Die hebben we gebroken.

Auto’s passeren mij ook, maar die spelen geen rol in mijn wereld. Alleen als levensbedreigers. Nu heb ik het geluk dat in Rotterdam de automobilisten welopgevoed zijn en netjes voor mij stoppen als ik een weg moet oversteken. Dat maakt mij dan weer blij. Maar een auto speelt geen rol in mijn leven. Een stuk blik dat ik moet passeren op mijn tocht.

Helemaal blij vanuit financieel opzicht ben ik toch ook weer niet met deze oplossing. Ja, maar goedkoper kan het toch niet, zou je zeggen. Waarschijnlijk niet, maar ook lopen kost geld. Je schoenen verslijten, en je kleding verslijt, met name je broek door de constante wrijving aan de binnenkant van de benen.

Maar er zit trots in lopen en…het is goed voor je.

Ik ben dus sociaal gehandicapt. Kan niet reizen met het openbaar vervoer, wat mijn reikwijdte ontzettend beperkt. Kan niet op vakantie. Kan niet uit eten. Kan niet naar de Efteling. Kan niet lid zijn van een sportvereniging. Kan niet naar een concert. Kan zelfs geen eten laten bezorgen. Zeker geen auto. Kan mij niet heugen wanneer ik nieuwe kleding heb gekocht, ja, afgelopen zomer, T-shirtjes van 2 euro.. Geen Adidas voor mij. Ook geen Nike. Laat staan Gucci.

Als mijn oom jarig is in Dordrecht, kan ik daar niet naar toe. Geen geld voor de trein. Komt eigenlijk wel goed uit, want ik heb ook geen cadeautje. Geen geld voor.

Wat kan een sociaal gehandicapte dan wel, behalve thuis voor de buis zitten. Ja. Eén keer per dag ga ik naar buiten, naar de supermarkt en koop daar voor 25 cent een blikje cola. Dan ga ik naar één van de pleinen in mijn buurt en ga daar op één van mijn vaste bankjes zitten. Dan klik ik dat blikje cola open, en drink het zo over een half uur verspreid, slokje bij slokje op. Dat is dan mijn feest van de dag.

Af en toe komt er wat bezoek. Moet je in Rotterdam kieskeurig mee zijn want ze maken misbruik van je waar je bij staat. Dus ben ik vaak liever alleen, want goed gezelschap, dan met zo’n collega armoedzaaier die mijn kale koelkast plundert tot nog verdere leegte.

Lezen doe ik veel. Er is een voorziening hier waar je gratis boeken kan halen, 25 wel, als je wil. Het zijn niet de allernieuwste, maar dat mag de pret, zeker met boeken, niet drukken. Kleding heb ik van de kledingbank, en eten heb ik van de voedselbank. En zo komt Jan Splinter door de winter.

Maar armoede beperkt je leven. Er is een oplossing voor de spullen. Je went er aan altijd tweedehands troep te hebben, altijd eten over de datum. Een tweederangs burger te zijn. Want daar komt het op neer. Toch. Maar die eenzaamheid, die beperking van je mobiliteit, van je kunnen doen. Dat vreet. Die monotonie die je niet kan doorbreken. Je kijkt tv, en dan zie je Amsterdam, wil je naar toe. Je ziet Groningen, wil je naar toe. Terschelling, Italië, India, Dordrecht. NIETS KAN. Dan de reclame, koop dit, koop dat. IK KAN NIETS KOPEN. Sterker nog ik ben zeker 6 jaar lang al niet meer in een andere winkel dan een supermarkt geweest. Simpel omdat ik in een winkel niets te zoeken heb. Er is geen lol aan winkelen met een lege portemonnee.

En toch…zij kijken op mij neer. Die schooier, die armoedzaaier. Maar ik kijk op hun neer. Ik probeer het niet te laten merken. Want anders hebben ze door dat ze mij niet gebroken hebben. En je moet “hun” nooit te veel kennis geven. Ik zie mijzelf als een moderne monnik. In mijn armoede schuilt mijn nederigheid, en in mijn nederigheid schuilt mijn menselijke waarde. En dus, ondanks al die ontberingen, leven aan de onderkant van de maatschappij, sociaal gehandicapt zijn, en dus ondanks of misschien juist wel daarom, zeg ik: Lijden, loutert.

Ik weet dat ik mijn lot met velen deel. En dat geeft weer een beetje warmte rond deze kerstmis. Het is misschien een dooddoener, maar ik zeg het toch: gedeelde smart is halve smart.

Goede kerst mensen!!!!!