We willen het allemaal, we doen het bijna allemaal. Toch is wonen een groot goed.
Als we terug gaan in de historie blijkt dat wonen niet zo vanzelfsprekend is. De oermensen leefden in grotten en holen. De kennis om een vuurtje te maken deed z’n intrede en maakte het “wonen” iets aangenamer. Van huiden, takken en dierenbeenderen werden tenten gemaakt. Stenen en keien werden gestapeld. Stenen bakken van klei werd uitgevonden. Stapelen met klei maakte woningen weer wat aangenamer. Minder tocht. De mens overleefde en ging verder op zoek naar comfort.
Er werd gemetseld met specie. De huizen zoals we ze nu kennen maakten een grote opmars. Maar nog steeds leven er mensen in tenten en houten hutjes in de verste uithoeken van de wereld. Aan de rand van grote steden in Zuid-Amerika vind je soms nog de zogenaamde “Bidonvilles”. Hutjes gebouwd van lege blikken en afval van de stort. Armoede ten top. Het zijn de daklozen onderkomens.
Daklozen vind je in alle delen van de wereld. Bewuste daklozen maar meestal gedwongen dakloos. Armoede betekent dan schooien, bedelen, stelen en roven. Ook in de westerse cultuur wordt dit toegelaten. Een enkeling bekommert zich om deze groep mensen die de wind niet mee hebben. Maar minder opvallend is een groep verborgen daklozen. Zwervend van vrienden naar vrienden en familie. De basis van wonen is beschutting te zoeken tegen het weer. In de oertijd bleek dat mensen graag in elkaars nabijheid verkeren en er ontstonden nederzettingen. Het enige wat toen echt telde was overleven. Eten en drinken. Niks hygiëne, noppes luxe.
Nu, anno 2021, heeft wonen een andere betekenis. De basis behoefte van wonen is in vergetelheid geraakt. In duizenden jaren van ontwikkeling is wonen een statussymbool geworden. Grote huizen zijn nodig. Liefst met een siertuin van een hectare. Een brede oprit en dubbele garage. Het wonen is z’n doel voorbij geschoten. We maken ons druk om de kleur op de muur, om een lampje, om een vaasje. Als je daarover in twijfel staat denk dan eens aan de mensen in de “Bidonvilles”. Ze zullen blij zijn met een oud brood uit de afvalcontainer. Niet iets van de laatste jaren maar al eeuwen harde realiteit. Het stemt toch minimaal tot nadenken.
We spreken nu van woningtekorten. De discussie spitst zich niet toe op snel bouwen maar op hoe we chic kunnen bouwen. Die grote kasten van steen zonder uitstraling. De beter gesitueerde buurten. Het besef dat er steeds meer mensen komen die zich dat niet kunnen permitteren komt bij niemand op. Zeker niet bij projectontwikkelaars. Die willen snel en goedkoop bouwen, graag met uitstraling. Een enkeling heeft de bereidheid om dit zo goedkoop mogelijk te realiseren.
De vraag is dan alleen nog waar de ruimte is om binnen een half jaar een woonwijk uit de grond te stampen. En dat is foute boel. Om leven in de woningmarkt te krijgen is het van belang om te beginnen met woningen, toegankelijk voor ouderen, te bouwen. Gelijkvloers. Betaalbaar. Huurbaar. De bestaande woningen van die ouderen komen dan vrij voor doorstromers en starters hebben weer een kans in de woningen van de doorstromers. Niet gericht op luxe en vierkante meters maar op functionaliteit. Op energie besparing. Zoals je wilt; klimaat neutraal.
Wijken met goed berijdbare wegen. Ruimte voor een verhuiswagen, voor, misschien ooit weer, een rijdende winkel, voor pakketbezorgers. Met hier en daar wat parkeerruimte. Zorg voor woningen voor alleenstaanden. Klein en functioneel. Het kan zo gemakkelijk. We zien zo links en rechts flatjes, appartementen, voor ouderen en alleenstaanden waar heerlijk te wonen is. Het kost weinig ruimte, het kan dicht bij het centrum in elke plaats of dorp.
Net als alle aspecten van het leven is realistisch wonen ook heel goed te doen. Het kan ook heel betaalbaar. Als de woningbouwverenigingen het niet kunnen of willen is het de gemeente die het moet realiseren. Hoogbouw en of semi-hoogbouw hoeft niet per definitie lelijk te zijn. Ook met hoogbouw is er een ruime keus aan uitstraling om het passend in een gebied te maken.
Veel inwoners van plattelandsgemeenten zijn bang voor urbanisatie ( verstedelijking). Echter door slim te bouwen is deze angst ongegrond. We leven in Nederland nu met zo’n 17,5 miljoen mensen en naar verwachting zal dit aantal oplopen naar 20 miljoen in 2050. Alle reden dus om uit te kijken naar woningen. Zonder ingewikkelde procedures. De leidingen in de grond, het riool op orde en de hei-machine kan komen. Zo simpel is het.
Erger nog, Zo nodig is het. Als we nu geen actie ondernemen zullen aan de kaders van onze woonplaatsen ook bidonvilles ontstaan. Willen we dat?
Stop met gezever en flauwekul maar bouw betaalbaar en huurbaar. Het kan echt als we samen de schouders er onder zetten. En als kers op de taart kun je voor het gemak nog even kijken hoeveel werkgelegenheid het meebrengt.
Oudere woningen slopen doen we natuurlijk niet, als het even kan. Opknappen, renoveren en energiearm maken levert een prima woonalternatief voor hordes woningzoekenden.
Het klinkt simpel hé?
Tja, dat klopt, dat is het ook.
VCP Oldambt