Zondagse praatje van Eppo Boven

 

Vakantietijd. Komkommertijd. De tijd van reizen, klussen, tuinieren en terugdenken aan het verleden omdat het eens zoveel anders was. Het leven was wat kleinschaliger. De zogenaamde kangoeroes ( hoge sprongen, lege buidels) en ooievaars ( hoog op de poten en grote bekken) waren er toen nog niet zoveel. Alhoewel, helemaal zonder zijn we nooit geweest.

Met plezier kan ik terugdenken aan mijn kinderjaren. De wereld lachte je toe. Er was zoveel om te ontdekken, om te leren. De melkboer, de bakker, de kleine handelaren veelal uit Muntendam met hun bakfietsen. Klosjes garen, schilmesjes, elastiek, schoenpoets, borstels enz. Je kon het zo gek niet verzinnen of ze hadden het in de grote korf voor op de fiets. Een transportfiets. Zonder elektrische hulp, zonder benzinemotor. Gewoon 1 mk ( menskracht) Ja sommigen mensen hadden toen nog paardenkracht.

Als de route via Nieuw-Scheemda en ’t Waar leidde werd er eerst koffie gedronken bij Geertje van ’t Pompe. Mijn moeder had van ’s morgen tot ’s avonds de koffie klaar of bijna klaar. Op de hoek daar midden in het veld, was toen ook de overstapplaats van de GADO-bussen. In elke dienstregeling kwam je ‘Pompstation’ tegen. Lijn 9, lijn 17 en lijn 19 kwamen daar rond tien over het uur bij elkaar.

Geen elektrische bussen maar DAF en veel Leyland met verschillende opbouw en doodgewone zware dieselmotoren. Ook die chauffeurs wisten met regelmaat de gang naar de koffiepot te vinden. Even wat sneller rijden dan zijn mooi vroeg bij Pompe. De mooiste verhalen kwamen voorbij. Stoer en sterk.

Als kind hing ik dan aan de lippen van die chauffeurs. Het waren volgens mij een soort helden. Een grijs-blauwe uniform met pet hoorde daarbij. Het was de tijd dat melk in flessen in de mode kwam. Ik weet nog net dat Jan ‘Pinto’ , onze melkboer, nog moest afmeten uit een melkbus. Echt, die flessen met een kroonkurk was een hele vooruitgang. Je kon in het begin kiezen tussen flessen van 1 liter en flessen van 1 liter. Dat was het. En yoghurt en karnemelksepap zat toen ook in flessen met zo’n soort folie afgedekt. De flessen stonden in metalen kratten. Niks geen lichtgewicht gedoe.

Oh ja, Jan kwam met paard en wagen. Een mooi stel. De paard wist de weg en op de terugweg lag Jan voor in de wagen te slapen of de krant te lezen en het paardje wist de weg, wachtte op doorgaand verkeer en sjokte dan rustig verder naar huis. Er was toen nog gewoon tijd. Ook Geert Olsder ( Geert Polt genoemd) herinner ik me nog. Een koopman annex winkelier uit Nieuwolda. Met een enorme koffer in de bus naar Groningen om inkopen te doen. Altijd in driedelig pak met stropdas en hoed. Op de terugweg overstappen bij Pompstation. Nou ja, overstappen… er werd even een uurtje ingelast voor de koffie en de eerste handel te maken. Geertje moest de nieuwe inkoop altijd even bekijken natuurlijk.

Wat kost dat truitje Geert? Och wicht…. Veur die nait te duur. Dou mie nog mor wat koffie mit kouke, den kriegst hom veur haalf geld. Zo voorkwam hij het prijzendebat en kreeg precies wat ie er voor hebben wilde. Later nam zoon Fokko het over en kwam er een Ford Taunus busje. Ja, ook Fokko werd vaste klant van de koffiepot en Geertje kocht ook bij Fokko.

Zo maar wat herinneringen die je in de loop van een week voor het netvlies komen. De jaren zestig waren gezellige jaren, iedereen voor iedereen. Ook de tijd van ontwikkelingen. Een TV met 5 zenders. Ned 1 en 2 en hier te lande ARD, ZDF en NDR. Andere zender zien? Uit de stoel en het wieltje aan de zijkant draaien tot je de juiste zender had. Natuurlijk had iedere woning op den duur een TV-antenne op het dak. Kolenkachels, gestookt met “nootjes 4” en dus in elk huis een kolenbak en kolenkit met schep.

Een radio zo groot als een aquarium, een bakelieten telefoon in de gang aangesloten op een bovengrondse leiding. Spiegel het es even aan nu. 2021. Het is nu echt anders. Ook beter? Tja de zestiger jaren waren leuk. Mijn kinderjaren.

Fijne zondag

Eppo Boven