Armoede:

Het mag wel es een keer benoemd worden. De armoede neemt toe in Nederland. De laatste tijd gaat dat in hoog tempo. Ondanks dat sommigen beweren dat er in Nederland geen armoede is, is het wel degelijk de orde van de dag. Het gaat goed met de economie wordt er gezegd. Precies, dat klopt ook. Maar deze economie is er voor de grote bedrijven. De allergrootste. Die verdienen groot geld. Precies zoals Mark Rutte, samen met zijn VVD, dat graag ziet. Terwijl de grote bedrijven miljoenen winst boeken, gaan de lonen amper omhoog en levensonderhoud wordt bijkans onbetaalbaar voor een grote groep. Het is dus simpel om te bedenken dat er iets niet goed loopt. De verschillen blijven groeien. Echt, we gaan richting steenrijk, straatarm. Meer soorten lijken er niet te zijn.

Wat is eigenlijk armoede? Een simpele vraag die moeilijk te beantwoorden is. Het is voor iedereen anders. Er is geen definitie voor. Het heeft zelfs te maken met gevoel. Met verwachting.  Ook zijn er veel soorten armoede. Financiële armoede is de bekendste, maar er is ook sociale-, kennis-, en zorg armoede. Natuurlijk zijn er nog veel meer soorten te bedenken. De financiële zal voor steeds meer de harde werkelijkheid worden. Wanneer ben je nu eigenlijk “arm”?

Echte schrijnende armoede is als je niet voldoende geld hebt om in de eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Onderdak, eten en drinken. Nederland telt algauw enkele tienduizenden die hiermee te maken hebben. Dan komt er een grote groep die met behulp van o.a. de voedselbank net voldoende hebben om te wonen en te eten. Dan is de knip aan het einde van de maand ook echt leeg. Ook dat noem ik schrijnend.

Kinderen gaan nog met regelmaat met een holle maag naar school. Geen computer thuis, tweedehands kleding, tweede hands koelkastje, die waarschijnlijk ook nog een vermogen aan elektriciteit  opslokt. Het is, en als het aan de zittende regering ligt, een neerwaartse spiraal waar niet of nauwelijks uit te komen is. Schulden, schuldsanering, te late hulp, een wirwar van regels. Van het kastje naar de muur gestuurd worden. Eén keer de huur niet kunnen betalen is al vaak een triest begin. Ja, maar ze willen ook niet, hoor ik toch nog vaak.

En soms klopt dat wel aardig, echter de meeste “armen” willen wel heel graag maar krijgen geen kans of zelfs geen begrip. Je bent 55 jaar en krijgt ontslag door bijvoorbeeld een faillissement. Je staat op straat. Nou ja, ‘k heb altijd gewerkt en ik vind wel weer wat. In de meeste gevallen kun je dat wel mooi vergeten. Je bent te oud. Niet te oud om te werken maar werkgevers durven je niet aan te nemen omdat naarmate je ouder wordt de kans op ziek worden toeneemt en dan moet de werkgever je uit eigen kas doorbetalen.

Vroeger was dat anders. Je kwam in de ziektewet. Je kon zelfs afgekeurd worden als je ernstig ziek was en er geen zicht op herstel was. In het neo-liberale denken, zoals onze Mark dat doet, ben je best nog wel arbeidsgeschikt. Je baas moet maar wat aanpassingen maken en je kunt weer werken voor je geld. De baas moet zich naar beste kunnen inspannen om alles gladjes te laten verlopen, en daarnaast een wagenvracht vol paperassen bijhouden.

Logisch dus dat die baas meer belang heeft bij jonge werknemers. De oudere vervallen langzaam maar zeker in armoede. Het gaat knijpen in de knip. Het is dan graag willen maar niet mogen. Dát is wat anders dan niet willen. Ennehh, hoe groot is groep werkenden die niet of nauwelijks kunnen rondkomen? De ZZPérs die vaak in arren moede voor eigen bedrijfje hebben gekozen om maar niet in de uitkeringscarrousel terecht te komen.

Door het vasthouden aan het idee om mensen net genoeg geld te geven om te kunnen leven maken de werkgevers en regering een kapitale fout. Een fout voor de werknemers maar een nog grotere fout voor zichzelf. Meer geld in te komen betekend ook meer geld om te besteden en juist dáár kunnen de werkgevers weer van profiteren. Het houdt het cirkeltje rond. Het kapitalistisch systeem is in de kern niet verkeerd maar er moet oog blijven voor de onderkant. Dát is zoek geraakt.

Een verandering, in denken en doen, moet er komen. Het mooiste zou zijn dat dit door de regering in gang zou worden gezet. Maar we kunnen ook beginnen in eigen gemeente. Kijken waar de schoen wringt. Geen kapitalen uitgeven aan image-building, aan onzinnige, of moet ik zeggen onnozele, geld verslindende projecten. Er moet meer naar armoede bestrijding, meer naar zorg, meer naar onderhoud van wegen en paden, groenonderhoud. De dagelijkse boodschappen voor de gemeentebestuurders.

Minder naar prestige objecten, minder naar externe bureaus, minder naar flauwekul. En daarbovenop veel minder naar inspanningen om regels te maken waar niemand iets van begrijpt.

Duidelijke en open politiek met nuchtere en realistische blik op het heden en ook op de toekomst. Het kan armoede buiten de deur houden. De afstand tussen arm en rijk zal ooit weer overbrugbaar zijn.

Ga stemmen in maart. Stem met je nuchter verstand. DOEN!

VCP  lijst 4    Eppo staat op nr. 5 met de mouwen omhoog.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.