Democratie.

Het is zoek geraakt. Of is het gewoon voltooid verleden tijd?

De definitie van democratie luidt als volgt.

Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, “volk” en κρατειν/kratein, “heersen”, dus letterlijk “volksheerschappij”) is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. (Wikipedia)

Ofwel

Nederland is een parlementaire democratie. Dat betekent dat alle Nederlanders met stemrecht elke vier jaar mogen kiezen wie hen vertegenwoordigen in het parlement. Stemrecht heb je als je 18 jaar bent en de Nederlandse nationaliteit hebt. De verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de basis van de democratie.

Dit wetende zouden we moeten kunnen vertrouwen op het goed en rechtvaardig uitvoeren hiervan. Zodra hier willens en wetens van wordt afgeweken kunnen we volgens mij niet meer spreken van een democratie maar eerder van een schijndemocratie. Een schijnvertoning. Steeds meer wordt duidelijk dat zowel landelijk, provinciaal en gemeentelijk het richting een schijnvertoning gaat. Vóór de verkiezingen worden de liederen van begrip en devotie ten gehore gebracht. Als de stembureaus om 21.00 uur sluiten is er een ander gezang. Het zoeken van vriendjes. Op / vanaf dát moment gaat politiek niet meer over alle mensen maar slechts over een piepklein deel van de ingezetenen. Als kleine kinderen die net uit de zandbak komen, nog besmeurd met het zand waarvan ze kastelen hebben gebouwd, komt de strooppot op tafel. Stroop om te smeren, stroop om te likken. Niet alleen de vinger wordt bruin maar vaak de hele arm tot aan de schouder. Oude vetes worden voor even opzij gezet. Alles, zelfs eigen gezicht, wordt op het spel gezet in de hang naar pluche. Het telt dan niet meer of er gewonnen of verloren is. Wat dan nog telt is status.

Er wordt een informateur aangesteld en die moet informeren naar datgene wat er in de achterkamertjes al is besproken. Regelmatig is bij de aanstelling van de “informateur” al een duidelijk plan van opzet. De vriendjes hebben elkaar al lang gevonden. Het gaat alleen maar voor het oog van Neerlands volk. Maar de stemmen dan? Ach eigenlijk is het alleen nog maar om aan de gestelde eisen te voldoen. Op alle niveaus in de Nederlandse politiek worden die uitslagen even schouderophalend bekeken. Over 4 jaar zijn de stemmers het wel vergeten.

In de tussenliggende jaren is er alle ruimte voor monisme. Dit betekend: “Wanneer de gemeenteraad (met name de coalitiefracties in de raad) en het college, vooral informeel en achter de schermen, relatief nauw met elkaar samenwerken en afspraken met elkaar maken is sprake van monisme. Een klinkend en ook walgelijk voorbeeld hiervan was de H7 constructie in de Gemeente Oldambt. Gelet op de uitslag van de informateur lijkt het erop dat er een aantal partijen uit die H7 worden bedankt voor hun inspanningen en alleen een gedrocht van een coalitie wordt gesmeed van hechte vrienden. Elkaar de hand boven het hoofd houdend. Het riekt ook naar bescherming van de zittende wethouders. Of een dergelijke constructie nog iets met de verkiezingsuitslagen te maken heeft kunnen we kort beantwoorden. NEE!!!! Het is een schoolvoorbeeld van kiezersminachting.

De verkiezingskreten worden warm ingepakt en drie en half jaar stofvrij opgeborgen. Wij willen een mooiere gemeente, politiek gaat altijd over mensen, wij zijn er voor u. Laat me niet lachen. Wij zijn er voor ons zelf. Om in het felbegeerde pluche te zitten. Dat zou voor veel partijen een passende kreet zijn.

Misschien zou het goed zijn om te bedenken waarom de opkomst zo laag is tijdens de verkiezingen. Over 4 jaar is stemmen misschien niet eens meer nodig. Steeds meer signalen duiden een richting naar totale dictatuur aan gegoten in een omhulsel van democratie. Een richting waar zelfs de gemeenteraden zich door laten leiden. Het is ronduit een gevaarlijke ontwikkeling.

In een echte democratie zou er geen coalitie of oppositie moeten bestaan. Er zou eenheid moeten zijn om samen te zorgen voor een florissante gemeente.

Wij van de VCP hebben altijd gezegd dat je moet krabben waar het jeukt. Dat we armoede moeten bestrijden en waar nodig de helpende hand te bieden. Geen prestige objecten maar geld besteden op plaatsen waar het, het hardst nodig is. In een vergrijzende gemeenschap is het toch logisch dat er maximaal ingezet wordt op zorg. Op zorg voor ouderen maar denk ook aan jeugdzorg. Daadkracht moet de norm zijn. Eenheid brengen in de gelederen.

Daadkracht wat zich in beginsel kan uitten door een veel snellere afhandeling van aanvragen bij het gemeentelijk apparaat. Afhandeling in klare taal.

We zullen ons de komende 4 jaar wederom moeten behelpen met een vriendjes-coalitie. Een coalitie die er maar voor een paar mensen is. Een coalitie van windvanen.

Desondanks zullen wij van de VCP er werkelijk alles aan doen om onze belofte aan de kiezers na te komen. Onder het motto van: “Eén luis in de pels van een beer, kan het dier tot radeloosheid brengen.”

Ook in de komende 4 jaar zal de VCP van zich doen spreken. Reken daar maar op.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.