Nog een paar dagen en de langste maand van het jaar zit er op. Ja, ook 31 dagen maar gevoelsmatig duurt die januarimaand een eeuw. Woensdag breken we februari aan. Dat was eens de mooiste maand van het jaar. De maand dat ik jarig ben. Cadeaus krijgen, weer een jaartje ouder, 16 worden, een brommer, 18 worden, een rijbewijs, een auto. Tot je veertigste is het best wel leuk om jarig te zijn. Na je veertigste verjaardag veranderen er dingen. Je wordt opeens echt ouder. Je telt mee.
Het leven gaat wat sneller en het lijkt alsof een jaar steeds korter duurt. De eerste keer dat je “Hé, ouwe” hoort. Na je vijftigste verjaardag krijg je een predicaat. Je bent vijftig plusser. Je krijgt een extra vrije dag per jaar. Ja, een ouwe lullen dag. Iets wat niet alleen voor mannen geldt trouwens. Wat er bij een vrouw mee wordt bedoeld is mij geheel onduidelijk. Of misschien….? Laat ook maar.
O wee, als je de zestig voorbij bent. Dan heb je een predicaat met hoofdletters. Je wordt nog vaker met “U” aangesproken. Jongeren kijken je bezorgd onderzoekend aan en vragen uit beleefdheid: “Gaat het? Kunt U dat nog wel?” Meestal laat ik dan mijn diepe zucht niet zien of horen. Ik glimlach en denk dan: Waarschijnlijk kan ik het nog maar jij moet het nog leren, blijkbaar. Immers, anders zou ik het niet hoeven te doen. Zo’n gedachtegang wordt ook wel logica genoemd.
Toch is het fijn, althans voor mij, om met de jeugdigen samen te zijn, samen te werken, kennis uitwisselen. Ervaring uitwisselen tegen moderne technologie. Het is dan ook zo jammer dat je dagelijks hoort over de krapte op de arbeidsmarkt terwijl er zoveel ouderen thuis zitten te solliciteren en maar niet aan een baan kunnen komen. Liever jongelingen uit het buitenland blijkbaar. Tuurlijk, ze zijn wat goedkoper. Dát begrijp ik ook wel. Relatief minder kans op ziekte en dus minder kans op een hoge kostenpost voor de werkgever. Ook wel begrijpelijk. Anderzijds zou een werkgever zich moeten realiseren dat ervaring ook een waarde vertegenwoordigt. Misschien wel een onbetaalbare waarde.
De overheid die nu druk bezig is om geld naar allerlei rare dingen in het buitenland te pompen, zou es moeten nadenken om oudere werknemers en vooral werkgevers te vrijwaren van kostenposten bij ziekte. De pensioenfondsen zouden het veld moeten ruimen en zodoende de AOW voor iedereen acceptabel en leefbaar maken.
Wat de afgelopen week opviel was de grote uitglijder van Landbouw minister Piet Adema. Willens en wetens een mestbericht uit Brussel vergeten. De agrarische sector is woedend. We komen steeds meer in de shit. Letterlijk en figuurlijk. Diezelfde minister heeft ondertussen besloten dat hertenkampen langzaam maar zeker naar de geschiedenisboekjes moeten verhuizen. Ach ja, je doet wat om maar in de picture te komen.
De toeslagenaffaire is een gebed zonder einde geworden. De Belastingdienst houdt informatie achter, echter door toepassing van een nieuwe wet, die er even is doorgedrukt, toen half Nederland in ban van spuiten en boosters was, maakt het bijna onmogelijk om er verandering in te brengen. De gedupeerden hebben het gewoon te slikken. Het kan tot wel 2030 duren voor alles is afgewerkt. Iets binnenin mij zegt dat het nog wel langer kan duren, áls het ooit helemaal wordt opgelost.
Als laatste toch nog even weer het voornemen om oorlogstuig weg te geven. Geen wapenproductie is kortweg einde van elke oorlog, van vluchtelingen, van miljarden uitgaven. Ik ben toch niet de enige die dat kan bedenken? Einde aan machogedrag en een begin van respect zou het simpele verschil kunnen maken.
Fijne zondag allemaal.
Eppo Boven