De vakanties sprinten ten einde. De zomer loopt ten einde en de velden gaan weer zwart kleuren. Misschien was het wel een heel opvallende zomer met een vallend Kabinet, met leegloop uit de Kamer, met regenachtige hondsdagen en met tegenvallende feiten voor de klimaat activisten.
Al met al een vakantie periode die voor steeds meer burgers niet in staat is geweest de steeds groter wordende zorgen weg te nemen. Misschien voor even wat afgevlakt maar de kwetsbaarheid blijft op de loer liggen. De steeds duurder wordende producten in de levensmiddelenhandel blijven er maar inhakken. Ook de autobrandstofprijzen liegen er niet om. De inkopen voor school moeten gedaan worden. Hoe kan het mogelijk zijn dat, in een land waar miljarden worden verbrast aan o.a. oorlogstuig, en nog een lange rij “verbrassingen “, het ene kind met merkkleding, een goed gevulde broodtrommeltje, een nieuwe tablet met abonnement op school komt en een ander kind met 2e hands kleding uit de kringloop, een zakje met een droog broodje en misschien een afgedankt laptopje met Windows 95? Dat is toch ronduit schrijnend?
En ja, vaak wordt er reclame gemaakt door de diverse gemeentes dat er allerlei potjes bestaan voor hulp aan deze kinderen. De ouders worden dan te woord gestaan door zeer ervaren medewerkers die dergelijke burelen bemannen. Medewerkers die het randje van de piespot nog in de billekes hebben staan. Stuk voor stuk prima opgeleid maar ervaring met of begrip voor schrijnende situaties hebben ze niet. Tel daarbij het verschil in taalgebruik op en het laat zich raden wat de resultaten zijn.
Nieuwerwetse problemen waarvan we vroeger niet eens wisten dat zoiets mogelijk was. De ontwikkeling heeft niet stilgestaan en daarmee de verlangens ook niet. Een beetje over het paard getild, een beetje verwend. De eisen die nu aan allerlei zaken worden gesteld werd niet eens over geprakkeseerd. Merkkleding? Daar werd niet aan gedaan. Een broek was een broek. Op de lagere school had je geen broodtrommeltje nodig. Tussen de middag was je vrij en ging je naar huis om te eten. Moeders waren toen thuis. Dat kon gewoon omdat één salaris voldoende was om te wonen en te leven. Nu klinkt het misschien wel vreemd maar vroeger hadden kinderen echt een ‘thuis’ met warmte en gezelligheid. Woningen waren toen niet ingericht als een showroom maar als een functionele onderkomen voor meestal grotere gezinnen. Natuurlijk waren er toen ook moeders die wat verdienden. Ergens schoonmaken of in de oogsttijd op het land werken. Soms was het zo hard nodig, soms was het een leuke bijverdienste.
Armoede is van alle tijden en zal dat vast ook wel blijven. Maar de mate daarvan is wel belangrijk. Nu zijn de verschillen te groot. Enerzijds zichtbaar maar nog kwalijker is misschien de onzichtbare armoede. De schaamte die armoede met zich meebrengt, het verbergen, kinderen die gepest worden omdat ze ondergoed dragen van Zeeman in plaats van Björn Börg. Misschien een taak voor de welopgevoede ouders die vertoeven in een riant showroomachtig onderkomen om de kinderen wat respect bij te brengen voor klasgenootjes die uit een andere buurt komen. Eigen kroost wat socialiseren, zeg maar.
Helaas gaat dat vliegertje niet op omdat de ‘villa’ tussen ’s ochtends 8 en ’s avonds 6 leeg staat. Pap en mam moeten centjes verdienen voor huis, haard en 2 auto’s. De huidige papa’s en mamma’s hebben geleerd dat ze flink moesten studeren, dat ze het liefst een titel zouden halen. Dat ze moesten vechten voor eigen bestaan. Tja, de nieuwe opa’s en oma’s hebben het perfect gedaan. Zo goed zelfs dat ze nu een herkansing krijgen om de kleinkinderen op te voeden. De oppas grootouders. Leve het doorgeschoten kapitalisme en alles wat er bij te kijken komt.
Fijne dag.
Eppo Boven fractieondersteuner VCP fractie Oldambt