Vakantietijd, komkommertijd en geeft alle gelegenheid om te mijmeren over een andere tijd.
Een tijd toen alles eigenlijk best wel simpel was. Dan denk ik terug aan mijn kinderjaren, mijn jeugdjaren en als jong volwassene. Als je geboren bent in 1960 ben je in een compleet andere wereld opgegroeid als de wereld waar we nu in leven. Het leven was niet gecompliceerd zoals nu de mode is. Want het complexe van nu is hopelijk een mode die snel voorbij is. In die tijd was er veel minder controle van de overheid. Iedereen mocht gewoon zijn/haar eigen leven leiden. Iedereen mocht ook een eigen menig hebben en deze delen met iedereen. Er bestond nog zoiets als respect voor elkaar. Woorden als “egoïsme” en “narcisme”, waren gewoon dure, onbegrijpelijke woorden waar weinigen iets van begrepen. Helaas is dat heel erg veranderd en zijn het termen van alledag geworden.
Een gewoon mens zoals die in de jaren zestig van de vorige eeuw zijn brood verdiende bestaat niet meer. We zien nog wel es plaatjes voorbij komen op social media, ook weer zo’n moderne term, van een man in overall die wereld heeft gebouwd en de lopende stropdas die wereld heeft afgebroken. Het is maar al te waar. De wereld van nu lijkt niet meer te kunnen functioneren zonder al die stropdassen. Zonder HBO opleiding is er in de huidige samenleving ogenschijnlijk geen droog brood meer te verdienen. Het verschil tussen handwerkers en hoofdwerkers is te veel verdiept. De brug is lang en smal. Vroeger, op school, kreeg je de opdracht om een uittreksel van een boek te maken. Het moest kort en krachtig zijn. Het lijkt er nu steeds meer op dat je van een uittreksel een heel boek moet maken. En waag het niet om dat dan in simpele, duidelijke bewoordingen te doen. Het is, hopelijk, een mode om goed leesbare stukken om te toveren in een zee van letters, verdeeld in alinea’s, opgesteld in de meest dure bewoordingen onleesbaar te maken. In de loop der jaren is het Nederlands wel erg verengelst. We hebben in de winkelstraten geen “uitverkoop” meer, we hebben “sale”. Veiligheid is belangrijk is “safety first”.
Maar wat als de gewone man of vrouw probeert om boven eigen kunnen of begrip te communiceren met dure woorden. Dáár krijg je kippenvel van. Gruwelijke woorden komen voor de draad die kant nog wal raken. Hoe interessant klinkt het om de brandnetel Urtica te noemen. Ja, dát is de Latijnse benaming. Helaas geen hond die begrijpt dat we hier een brandnetel bedoelen. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw hadden we dat niet. Gewoon normaal was toen het credo. Met vallen en opstaan werd je groot. Had je buil op je kop, was het niet de schuld van de straat of de boom maar had je niet goed uitgekeken. Klaar. Over en uit. Nu moet de gemeente er per direct een team op af sturen om te kijken of de straattegel inderdaad niet goed ligt. Er moet een rapport van komen en aan de hand daarvan wordt de urgentie vastgesteld. Meestal zo binnen een maand of drie of langer wordt de gewraakte tegel opnieuw gelegd.
Vroeger was er geen “biodiversiteit”. Alles werd onderhouden en als een medewerker dit niet goed deed kreeg ie ontslag. Tegenwoordig krijgt ie ontslag als ie het wel ‘goed’ doet.
We hebben te maken met plastic afval. Een moeilijk afbreekbaar product van onze moderne tijd. Glazen flessen werden vroeger schoongespoeld ingeleverd, schoongemaakt in de fabriek en eindeloos weer opnieuw gebruikt. Een plastic drinkrietje mag niet meer. Het kartonnen rietje zit in plastic verpakt. Dat dan weer wel. Onze mosterd zat niet in een plastic knijptube maar in een vrolijk opgeschilderd glas. Jaren later werd ie nog steeds gebruikt als limonadeglas. Nu ben je stoer als je een vuurwapen op zak hebt. Wij waren stoer om zonder handen aan het stuur te fietsen. Ja, een keer op de kop in de sloot gelegen met de fiets bovenop mij. Je was een oen en de tuinslang bood uitkomst. Er kwam geen politieteam om onderzoek te doen. Het lag ook niet aan het klimaat. Je had wat geleerd.
Fijne zondag.
Eppo Boven
Fractieondersteuner VCP