1e Adrillen en Sint Maarten weer gehad. November in het teken van christelijke historie. Deze novemberweek stond ook in het teken van gehoorzaamheid aan de leider. Ons Mark kwam z’n schapen toespreken en als bij toverslag kwam alles weer op z’n pootjes terecht. Waar een vlotte babbel niet toe kan leiden. Onder het juk van ‘hogerhand’ dansen de Nederlandse trekpoppen de horlepiep. Hoe vreemd moet dit klinken in de oren van de wat oudere burgers en hoe vaak zouden de nóg ouderen zich omdraaien in hun laatste rustplaats? Waar zijn de kerels als Tromp, Houtman, Piet Hein, Willem Drees, Joop den Uyl, Fré Meis, de mannen die wilden vechten voor een beter Nederland. En de rebellerende burgers die in Den Haag of op de Dam kwamen betogen? Ze kwamen niet met een geel parapluutje maar met een hooivork. Er was onderling respect. De leiders leidden en lieten zich niet leiden. Maar er werd wel naar elkaar geluisterd. Begrip, medeleven, realisme waren toen geen onbekende woorden.
Hoe anders is het nu? Het enige wat telt is het haantjesgedrag. Het egoïsme. We worden van alle kanten volgepompt met informatie die onze aandacht moet afleiden van de echt belangrijke zaken. Draait het feitelijk alleen maar om milieu of klimaat? Besef eens dat deze twee woorden in het verleden nooit werden genoemd. En ga nu niet roepen dat de ontwikkeling toen nog niet zover was. Natuurlijk is de kennis de laatste jaren flink verbeterd en uitgebreid maar al ver vóór de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw was er veel kennis. Belangrijke natuur- en scheikundigen waren toen al actief. Deze hebben de basis gelegd voor de kennis van nu. Al in 1665 vond Robert Hooke de microscoop uit. Aan de hand van een dun schijfje kurk stelde hij vast dat stoffen opgebouwd waren uit cellen met celplasma en een kern. Gegevens die onomstotelijk werden vastgelegd. De kennis is al heel oud. De interpretatie van die kennis verandert bijna dagelijks als we het nieuws mogen geloven. Veel gebaseerd op aannames. Aannames die niet of nauwelijks te bewijzen zijn.
Hoe anders verlopen de traditionele kinderfeesten als St. Maarten en St Nicolaas? Het was een traditie in Nederland. Of het uit de katholieke kerk kwam of een protestantse oorsprong had werd niet over gesproken. Het hoorde erbij met alle toeters en bellen. En geloof het of niet alle kinderen hebben het overleefd. Sint Martinus met zakken vol snoep en hier en daar een mandarijntje. Bij thuiskomst werd alles op de tafel gestort en glunderend werd de buit bekeken. Het was een mooie avond. Ouders even weer onderling bijgepraat en de kinderen blozend van genoegen naar bed. En dan snel daarna de held van de kinderen; Sinterklaas en zwa… eh gekleurde helper. De schoen of klomp bij de achterdeur met een stronk boerenkool of een wortel voor het paard. Weer wat snoepgoed en prullige cadeautjes en op 5 december het spektakelstuk, pakjesavond. De pest van het geheel vond ik altijd de volgende dag op school. Je kon er vergif op innemen; Schrijf een opstel over Sinterklaas. Je geloofde er eigenlijk niet meer in maar toch was het een leuke tijd en vol overgave ging je een opstel schrijven. Toch was er nog een beetje ‘geloof’ overgebleven. Een opstel met tientallen keren: ‘En toen…..’
De mooiste tijd van het jaar staat voor de deur. De tijd van gezelligheid, warmte en liefde. Hoe jammer is het dat we dit niet allemaal kunnen beleven. Een groeiende groep ziet de komende tijd met gekromde tenen tegemoet. Geen cadeautjes, geen warmte, misschien zelfs niet genoeg te eten. De grootgrutters houden daar geen rekening mee. De reclames stralen en schitteren alsof het tegenwoordig heel normaal is dat je honderden euro’s kunt besteden aan boodschappen, aan presentjes, aan de zo verdiende gezelligheid. Ach, de politiek heeft anders beslist.
Het is veranderd.
Over en uit voor teveel.
Fijne zondag.
Eppo Boven